Smulpaapje kookt! – Tartelette au citron

Onlangs leerden wij van Meike, patissière bij Petit Gateau, de kunst van het maken van tartelettes. De basis van het recept vindt zijn oorsprong in het bakboek Tarte Tatin, maar Meike leerde de fijne kneepjes in de jaren dat zij haar vak in Frankrijk uitoefende en paste de receptuur iets aan.
Haar versie van de tartelette au citron deel ik met jullie, want ik kan uit ervaring vertellen dat het resultaat echt magnifique is!
Voor het zanddeeg (8 kleine taartjes)
200g bloem
6g zout
80g poedersuiker
30g amandelpoeder
120g koude boter, in blokjes
30g losgeklopt ei (is ongeveer 2/3 ei)
Voor de citroenvulling
Het sap van 2 citroenen
2 eieren
90g suiker
110g zachte boter
Zo maak je zanddeeg
Meng alle ingrediënten, met uitzondering van het ei, door elkaar tot een zanderig deeg ontstaat. Om de boter goed op te laten nemen verkruimel je het als het ware tussen de bloem. Wrijf het als laatste goed tussen je vingers, tot je een soort kruimels hebt. Voeg dan het ei toe (weeg goed af!) en kneed het deeg snel tot een bal. Wikkel dat in huishoudfolie en laat minimaal 30 minuten rusten in de koelkast. Deze stap niet overslaan, het zorgt ervoor dat de boter (die inmiddels weer zacht is geworden door het kneden) weer stevig wordt. Je kunt dit evenueel ook al de avond ervoor doen. Haal het dan tijdig uit de koelkast. Verwarm je oven alvast voor op 170C
Rol het deeg uit tot 3 á 5 mm dikte op een met een klein beetje bloem bestoven werkvlak. Gebruik niet teveel bloem op je deegroller of op het deeg, dat gaat ten koste van de smaak van je deeg. Als je het deeg helemaal hebt uitgerold prik je de bodem met een vork in. Dit voorkomst dat het deeg in de oven omhoog komt.
Klein of groot?
Afhankelijk van de grootte van je vorm maak je één grote taart of als je kleinere ringen gebruikt meerdere tartelettes. Heb je deeg over? Geen probleem, dat kun je ook prima invriezen voor later. Zorg dat je een opstaand randje hebt in je vorm, in verband met de vulling. De bodem bak je nu blind in de oven. Normaal gebruik je daar een blind bakvulling voor, voor deze taartjes is dat niet nodig. Je bakt ze ongeveer 15 minuten, afhankelijk van de grootte van je taartje. Houd ze goed in de gaten, als ze mooi goudbruin kleurt is je bodem klaar. Haal uit de oven en laat even afkoelen voor je ze uit de vorm(pjes) haalt.
Voor de citroenvulling
Doe het sap in een vuurvaste komt en doe daar de suiker bij. Daarna de eieren en meng met een garde alles goed en verwarm dit nu au bain marie. Kunst is dat je kom niet het water raakt, want dan krijg je roerei. Maar hij moet er ook niet te ver vanaf zijn, want dan gaat het niet goed binden. Blijf goed roeren tot je mengsel dik wordt. Je ziet dat vanzelf gebeuren. Haal dan de kom van het vuur af en doe de boter er doorheen. Die smelt terwijl je goed mengt. De vulling giet je in de voorgebakken bodem. (handigste gaat dat door de vulling in een maatbeker over te gieten)
Zet de taart(jes) nu nog 30 minuten in de koelkast, zodat de vulling mooi stijf en koud kan worden. Garneer, voor dat je ze serveert, met framboosjes of ander mooi rood fruit. Genieten maar!
Gepubliceerd op 2 mei 2014