Limoentaartje van Petit Gateau

Limoentaartje

Het zijn mijn absoluut favoriete taartjes, uit het enórme assortiment waar je bij Petit Gateau uit kunt kiezen. Maar het zoete en brosse van het deeg, in combinatie met het zuurtje in de crème is voor mij echt onweerstaanbaar.

Súper blij ben ik dan ook dat Meike, van Petit Gateau, nu al haar geheimen prijs geeft in haar boek Kleine Taartjes. En dolblij ben ik dat ik het recept van mijn favoriete taartjes van haar nu met jou mag delen.

Stappenplan limoentaartjes maken

1. Maak eerst de limoencrème, die moet namelijk een nacht opstijven
2. Maak dan ook alvast het deeg voor de taartjes en voorzie de vormpjes van deeg
3. Maak de dag erna de taartjes af door de bodem te bakken en af te laten koelen.
4. Daarna kun je dan in één streep door de taartjes vullen.

Limoen (of citroen) crème – maak een dag van tevoren

4g gelatine
rasp van ½ onbespoten limoen (of citroen)
5 limoenen, voor het 125g sap (of 3 citroenen)
65g fijne kristalsuiker
90g ei (ongeveer 2 eieren)
90g fijne kristalsuiker
175g boter, in blokjes

Week de gelatine, ongeveer 5 minuten en laat uitlekken. Breng het sap met 65g fijne suiker aan de kook. Klop in een kom de eieren met 90g fijne suiker. Giet daar het warme sap bij, mix met een garde en giet terug in de pan. Breng op laag vuur aan de kook en laat 5 minuten pruttelen, maar roer steeds goed met de garde. Haal dan van het vuur, laat 5 minuten afkoelen en roer de uitgelekte gelatine erdoor.

Meng nu de blokjes boter erdoor en voeg de rasp toe. Meng met de staafmixer helemaal glad. Laat minstens 1 nacht, afgedekt met plasticfolie, in de koelkast opstijven. Mix de crème de dag erna met de mixer en doe alles in een spuitzak, met spuitmondje (10-12mm). Spuit de crème, in het midden, van de gebakken taartbodempjes en garneer eventueel nog met wat limoenrasp. Laat in de koelkast opstijven.

NB. Limoensap is van nature niet groen zoals je hierboven ziet. Je crème wordt door de eieren ook nog eens geel. Als je wilt kun je er evt wat groene kleurstof indoen, voor de kleur.

Deeg voor 12 kleine taartjes

120g bloem
50g poedersuiker
20g amandelmeel
mespunt zout
75g koude boter, in blokjes
1 klein ei

Verder nodig: bakring van 6cm

Zanddeeg maken

Meng bloem, poedersuiker, amandelmeel en zout. Met je vingers verkruimel je de boter door dit mengsel, tot je een soort zandkorrels krijgt. Kluts het ei los en doe een eetlepel ervan bij het boterige kruimeldeeg en kneed tot een samenhangend deeg. Te plakkerig? Iets bloem erbij. Te droog, dan een paar druppels meer ei. Verpak het dan in plasticfolie en laat een uur in de koelkast rusten.

Haal daarna het deeg uit het koelkast en kneed nog een keer door. Op een bebloemd aanrecht rol je het uit tot ongeveer 3mm dikte. Steek er rondjes uit, die iets groter zijn dan je bakring. Leg het deegrondje dan op de bakring en duw het deeg zachtjes naar beneden, tegen de wanden van de bakring aan. Op de linkerfoto zie je hoe het resultaat niet moet zijn. De rechterfoto, daarop zie je hoe het wel moet. Netjes recht qua bodem.

Snijd het overtollig deeg aan de bovenkant met een mesje weg en prik met een vork een paar gaatjes in de bodem. Met het overgebleven deeg maak je een nieuwe bol deeg, die je weer uitrolt, tot je deeg op is. Zet daarna alle bakringen in de koelkast en laat nog een half uurtje koel worden.

Je kunt, in plaats van kleine taartjes, ook een grote taart maken van 22cm doorsnee. Die moet je dan wel straks langer bakken dan deze kleine taartjes.

Bak de taartjes 10-12 minuten in een op 170C (boven- en onderwarmte) voorverwarmde oven. Blijf er wel bij, want ovens kunnen verschillen. Als ze goudbruin en gaar aan de onderkant zijn, zijn ze klaar! Laat afkoelen voordat je ze vult met de limoencrème, zoals hier boven beschreven!

Gepubliceerd op 1 juni 2018