Smulpaapje kookt! – Chili con pulled pork

Restjes vlees. Ik ben er dol op. Zeker als dat vlees úren op de barbecue of in de oven heeft gelegen. Die restjes gaan bij ons rechtstreeks de vriezer in, ideaal voor op een later moment.
En als je pulled pork hebt gemaakt (of dit najaar nog gaat maken) maak dan wat extra (of eet wat minder dan normaal), het levert je namelijk deze geweldige chili op!
Voor 4 personen
1 ui, gesnipperd
1 teentje knoflook, fijngesneden
scheutje olie
1 gele paprika, in kleine blokjes
400g pulled pork
1 blik gepelde (San Marzano) tomaten
1tl gerookt paprikapoeder
2 blikken bonen in chilisaus (á 400g)
150g mais uit blik
optioneel: scheutje smoked barbecuesaus (KC Pitmaster)
Om te serveren: tortillaschuitjes (Santa Maria), zure room & geraspte (Cheddar) kaas
Chili met groente en bonen
De basis is, zoals altijd, ui en knoflook die je samen in wat olie 5 minuten aanfruit. Daarna de paprika erbij en ook nog een paar minuutjes meebakken. Heb je restjes pulled pork dan mogen die er nu al bij, net als het blik gepelde tomaten. Geen restjes vlees? Gebruik dan bijvoorbeeld rundergehakt en bak dat rul en goudbruin. Kruid nu met gerookt (mild of heet, afhankelijk van je voorkeur) paprikapoeder, zout & peper.
Bonen erbij
Ik nam uit Engeland gemixte bonen in milde chilisaus mee en deed die erbij. In Nederland heeft Albert Heijn ook chilibonen in blik, maar ook HAK heeft lekkere bonencombinaties. Warm die, samen met de mais, in het vleesprutje mee tot alles goed heet is. Ik had mijn pulled pork na de barbecue op smaak gebracht met smoked barbecuesaus. Dat geeft aan de chili ook een hele lekkere smaak. Doe eventueel een scheutje aan het eind erdoor, om datzelfde effect te krijgen.
Chili met tacoschuitjes
Van Santa Maria vond ik deze tacoschuitjes in de supermarkt. Véél makkelijker (en minder geknoei!) wat mij betreft dan tacoschelpen. Maar in een taco of op een tortilla is deze chili natuurlijk nét zo lekker. En uiteraard serveer je de schuitjes met een schepje zure room en wat pittige kaas, geraspt erover.
Gepubliceerd op 9 september 2015